
Sint Jacobsschelp
(Pecten Jacobaeus)
De St. Jacobsschelp is met zijn fraai gevormde roze-achtige waaierschelp van 10 centimeter doorsnee een opvallende verschijning. Ze worden van Noorwegen tot de Middellandse Zee gevangen. In de handel wordt de schelp ook wel Coquille St. Jacques genoemd.
De schelpen zijn ongelijk de bovenste (linker) schelp is plat en bruinroze van kleur. De onderste schelp is hol en wit tot zachtroze van kleur, met 15 tot 17 forse, afgeronde ribbels.
Smaak
Alleen het witte vlees (de 'pil' of 'noix') en het oranje kuit (de 'kam' of 'corail') wordt gegeten. Coquilles met oranje kuit zijn een delicatesse en waarvan de prijs aanzienlijk kan oplopen. Deze coquilles zijn tussen eind januari en maart verkrijgbaar.
Bereidingswijze
Grillen, bakken en kort stoven.
Voedingswaarden
17,5g proteïne, 5 g vet.
Alternatief
Voorkomen / Vangst
Atlantische oceaan, van Zuid Noorwegen tot het Iberisch schiereiland. Ook in de Noordzee, echter niet aan de Hollandse en Belgische kust.
Visweetje
Het kuit van de Sint Jakobsschelp wordt vers verkocht. Deze schelpen zijn de duurste en meest begeerde. De aanvoer hiervan is tussen januari en maart.
Meer informatie
Geen info.